Het is al bijna 11 maanden geleden dat we ons leven leidden zoals we dat ons hele leven gewend waren, vrij en redelijk onbezorgd. Een onbekend en onverwacht virus riep in de gehele wereld bij de politici en medisch specialisten een reactie op die we nog nooit eerder hadden gezien.
In ons land verscheen premier Rutte op 15 maart 2020 vanuit zijn Torentje op televisie. Hij sprak van groepsimmuniteit, best een positief woord, en kondigde maatregelen aan om het virus te stoppen. En direct sloten de restaurants die avond. In de maanden daarna verscheen hij steeds vaker op tv en werden wij en ons gedrag door zijn steeds minder positieve woorden steeds angstiger, zelf nadenken werd steeds minder vanzelfsprekend. Rutte en de virologen zeiden het en dus zou het wel waar en goed zijn. Andere items kwamen ook vrijwel niet meer aan de orde, corona beheerste en beheerst nu nog ons dagelijks leven.
Wat je met woorden kunt doen is natuurlijk al eeuwen bekend. De beïnvloeding van grote groepen in de samenleving door zorgvuldig geformuleerde teksten is evident. De gehele Tweede Wereld-oorlog was naast een menselijke tragedie vooral een propaganda-experiment van Hitler en Goebbels . Met woorden en beelden brachten ze het Duitse volk in een soort hypnose, waarna gehoorzamen en zelf niet meer nadenken een logisch gevolg werd. 'Ich habe es nicht gewüsst' was na de oorlog een veel gehoorde zin bij Duitse burgers, die elders dan weer als onwaarschijnlijk werd veroordeeld.
Woorden kunnen dus gevaarlijk zijn, als ze doelbewust worden misbruikt. Maar ook zonder vooropgezet plan kunnen woorden ons gevangen nemen. De Belgische klinisch psycholoog Mattias de Smet ziet het nu met het corona-beleid gebeuren. Politici én grote delen van de bevolking zitten gevangen in een massavorming, worden door het beleid gegijzeld en de angst regeert. Niet vanuit een complotgedachte dus, of een vooropgezet plan van wie dan ook, maar door woorden, als reactie op een virus.
Hoe sterk taal dus kan zijn is in 2020 weer eens goed duidelijk geworden. Mijn motto is 'Als woorden inhoud krijgen'. Maar die inhoud is in de coronacrisis wel erg eenzijdig (geweest). Alleen het vaccin was heilig, gezond leven en natuurlijke afweer werden nooit genoemd. Net zo min als ionisatie en ventilatie binnenshuis en veel bewegen buitenshuis.
En wat niet genoemd wordt, waar geen woorden aan vuil worden gemaakt, is er niet, dat bestaat niet in de hoofden van de burger. Doorgaan met dezelfde woorden werkt des te meer, die termen zijn dan alom hoorbaar en dus bestaan ze en is het de waarheid: vaccin, derde golf, ziekenhuisopnames, coronadoden, lockdown, quarantaine. We kunnen ze dromen.
Ons leven wordt dus ook door die woorden geleefd. Plezier en vrijheid zijn ons ontnomen. Niet eens zozeer door de avondklok of de lockdown als instrument zelf, maar veel meer door het eindeloos herhalen van die woorden. Waardoor we van een half vol glas steeds vaker een (half) leeg glas zien. Depressief raken, geen uitweg meer zien, opstand en -ultiem- zelfmoord zijn dan de reacties.
Voor wie die woorden voor zichzelf anders woog, er niet van van de leg raakte en zich kritisch vragen ging en bleef stellen was de wereld niet veel eenvoudiger. Immers die crisiswoorden bleven herhaald worden en als ze er zelf andere woorden tegenover stelden werden ze gezien als corona-ontkenners, complotdenkers en wappies. Ook weer woorden met een lading. Een niet zo positieve lading...
Nu we richting zomer gaan zou de verspreiding van het virus langzamerhand minder moeten worden, het overleeft niet in de UV-stralen van de zon en de nattigheid van de lente. Maar ook hier zal de afname alleen ons niet terugbrengen naar ons oude leven van voor 15 maart 2020. Zal de angst niet vanzelf doen afnemen. Ook hier zijn de juiste woorden voor nodig. Woorden die we ook vaak zullen moeten herhalen om die negatieve woorden die ons nu beheersen te vervangen.
Ik moest meteen denken aan het kinderboekje dat ik vroeger aan mijn kinderen voorlas, voor het slapen gaan: Lieve woordjes van Carl Norac. Over hamster Lola wier wangen vol lieve woordjes zaten, maar die er niet uitkwamen omdat anderen er niet naar wilden luisteren, omdat ze andere woorden in het hoofd belangrijker vonden.
Dat moet dus van de zomer anders worden. De positieve woorden moeten wél gehoord worden. Dus 'naar de kapper', 'naar het restaurant', 'naar theater', 'naar het stadion', 'naar een concert', 'met vakantie gaan' en vooral 'vrienden op visite'. Die woorden moeten ons zodra het qua druk op de ziekenhuizen weer kán verlossen van de ingeslepen negatieve termen van de corona-realiteit. Een uitweg en hoop bieden. Ook twee woorden die ons weer een half vol in plaats van (half) leeg glas laten zien....
Alle rechten voorbehouden | Tekstxtra
Beeldmateriaal Awé Krijger, Gerrit de Heus, Boris Cremers, Jessica Lewis, Suzy Hazelwood, Polina Tankilevitch en Martine Sollie